Wondroos

Wat is wondroos en hoe ontstaat het?

Erysipelas is een medische naam voor wondroos. Wondroos wordt veroorzaakt door een bacterie (streptokok of stafylokok) en is niet besmettelijk. Wij dragen allemaal huidbacteriën met ons mee, die zonder problemen op onze (intacte) huid aanwezig kunnen zijn. Wanneer de huid niet meer intact is, heeft de bacterie een ingang om in de huid door te dringen en kunnen er ziekteverschijnselen ontstaan. Zo’n ingang wordt ook wel een ‘port d’entrée’ genoemd. Vaak is de lokalisatie van wondroos te herleiden naar de port d’entrée. Zo zien we vaak wanneer het been aangedaan is dat veroorzaakt wordt door een open been, wondje, schimmel of ontsteking op het been. Erysipelas kan ook in het gelaat ontstaan, meestal door een wondje bij de gehoorgangen of op de armen, door bijvoorbeeld kloofjes.

Wat zijn de symptomen?

Wondroos ontstaat acuut en kan ervoor zorgen dat men zich behoorlijk ziek voelt. Meestal is er sprake van bijvoorbeeld koorts, koude rillingen of een misselijk gevoel en/of braken, maar dit hoeft niet altijd aanwezig te zijn. Op de plek van wondroos ontstaat vaak een pijnlijke, gezwollen en warme plek, die meestal rood ziet met een scherpe begrenzing. Verder kunnen lymfeklieren gevoelig en opgezet zijn en kan er oedeem (vocht) als bijwerking optreden. Het is belangrijk dat erysipelas tijdig behandeld wordt, om mogelijke complicaties zoals abcessen, bloedvergiftiging en nierfunctiestoornissen te voorkomen.

Behandelmogelijkheden

Indien er erysipelas vastgesteld is, wordt er altijd behandeld door middel van een antibioticakuur. Bij ernstige gevallen kan zelfs een ziekenhuisopname nodig zijn. Er moet gezwachteld worden indien er sprake is van erysipelas aan het been. Door zwelling in de benen kan het lymfesysteem aangetast worden, waardoor er vocht ophoopt. De huidtherapeut kan helpen om de Ambulante Compressietherapie (ACT) toe te passen. Na het zwachtelen (mits het been weer slank is), wordt een Therapeutisch Elastische Kous (TEK) aangemeten. Dit is van belang om het resultaat stabiel te houden en om te voorkomen dat de infectie terugkeert.